Wat is mentale gezondheid?
Wat is mentale gezondheid? Wie bepaalt welke cognities, emoties en gedragingen gezond zijn en welke niet?
1. Wat is mentale gezondheid?

De World Health Organisation definieert gezondheid als: “... a state of complete physical, mental and social well-being and not merely the absence of disease or infirmity.”

De psychiatrie houdt zich bezig met het mentale aspect van gezondheid. Mensen kunnen het moeilijk hebben met bepaalde situaties: het verwerken van een sterfgeval, accepteren dat wijzelf of iemand anders om wie we geven een bepaalde ziekte heeft en mogelijk zal sterven. We kunnen het moeilijk hebben met het interpreteren van onze eigen emoties, met het verwerken van een relatie, het aanpassen aan een nieuwe situatie, enzovoort.

Heel wat van deze cognitieve processen worden als normaal beschouwd, zoals bijvoorbeeld rouw. Mensen hebben tijd nodig om te herstellen van bepaalde verliezen en de periode waarin we treuren om dit verlies, wordt rouw genoemd. Wanneer verdrietige episodes langere tijd blijven duren en ons normale functioneren in de weg staan, kunnen klinische termen zoals depressie worden gebruikt.

Het verschil tussen de termen ‘rouw’ en ‘depressie’ zijn in dit geval arbitrair; het zijn afspraken tussen taalgebruikers. De mensen die dit soort afspraken maken zijn psychiaters, artsen en psychologen.

Om mensen zo goed mogelijk te helpen, worden de psychische en fysieke klachten waar mensen regelmatig onder lijden verzameld. Deze klachten worden gegroepeerd en geclassificeerd zodat hulpverleners clusters van klachten of symptomen makkelijk kunnen herkennen als een bepaald ziektebeeld. Wanneer een arts een bepaald ziektebeeld herkent, stelt hij een diagnose. Het stellen van de juiste diagnose is van belang om de juiste behandeling te kiezen. Voor verschillende groepen van klachten zijn immers succesvolle behandelingen gevonden. Dit zijn manieren waarmee we ons menselijke lijden kunnen verminderen. De efficiëntie van behandelingen kunnen worden onderzocht en vergeleken. Sommige behandelmethodes kosten minder tijd en minder geld dan andere methodes. Indien twee verschillende behandelmethodes even goed werken, wordt uiteraard gekozen voor de goedkoopste en tijds-efficiëntste oplossing.

2. Classificeren van mentale ziekten

Er zijn verschillende classificatiesystemen die internationaal gebruikt worden om mentale ziekten te diagnosticeren. De meest gebruikte zijn ICD en DSM.

2.1 ICD

ICD staat voor International Statistical Classification of Disease and Related Health Problems.  Het is een medisch classificatiesysteem opgesteld door de World Health Organisation en omvat een lijst met alle ziekten, symptomen en omstandigheden waarin ziekten kunnen voorkomen. ICD-10 is de tiende editie van dit werk.

2.2 DSM

DSM staat voor Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders. DSM bevat een overzicht van alle erkende mentale aandoeningen, hun definities en behandelmethodes. Het is opgesteld door de American Psychiatric Association en dient als leidraad voor medisch geschoolde mensen bij het stellen van diagnoses en het zoeken naar gepaste behandelmethodes voor hun patiënten. Op basis van discussies tussen vakspecialisten worden de definities in de DSM om de x aantal jaar aangepast, waarop een nieuwe herziene versie van het boek verschijnt. DSM-IV-TR is bijvoorbeeld de vierde herziene editie van DSM. TR staat voor text revison. In mei 2013 is de 5e editie van DSM verschenen (DSM-5).

2.3 Kritiek op DSM 

Er is de afgelopen jaren heel wat kritiek geuit op DSM. Zo wordt DSM regelmatig verweten onwetenschappelijk te zijn. Eén van de redenen waarom DSM als onwetenschappelijk wordt beschouwd, is omdat het is gebaseerd op afspraken tussen psychiaters en psychologen in plaats van op neurobiologische of fysische indicatoren.

De DSM-boeken komen tot stand op basis van discussies tussen vakgenoten. De Amerikaanse Psychiatrische Associatie houdt vergaderingen; tijdens die vergaderingen bespreken de leden van de APA de ervaringen uit hun praktijk en trachten het eens te worden met elkaar over de gebruikte vaktermen. Ze bespreken met welke klachten of symptomen ze regelmatig worden geconfronteerd en spreken af op basis van welke symptomen er over een bepaald ziektebeeld wordt gesproken, en wat de aangewezen behandelmethodes zijn indien een cliënt aan de criteria voor dit ziektebeeld voldoet.

DSM is dus het resultaat van vergaderingen. Het is een product ontstaan op basis van consensus tussen deskundigen. Dat heeft een belangrijk praktisch nut: het zorgt voor heldere communicatie. Vakgenoten weten op die manier wat er met klinische termen wordt bedoeld en hebben een basisdefinitie waar ze vervolgens van kunnen afwijken tijdens volgende discussies of vergaderingen. DSM biedt op die manier een leidraad voor zorgverleners in de mentale gezondheidszorg. Het geeft een overzicht van symptomen, het toont de ziektebeelden die gekend zijn en de behandelmethodes die succesvol zijn gebleken in vergelijkbare situaties.

Een andere terugkerende kritiek op DSM is dat er te veel cognitieve staten als mentale ziekte worden gestigmatiseerd. Ook gedachten en emoties die normaal zouden zijn, zouden door DSM onnodig als ziekte worden beschouwd door psychiaters en psychologen. Daar wordt om economische redenen bezwaar tegen gevoerd (medicatie en behandelingen kosten namelijk geld). Maar ook om ethische of sociale redenen wordt bezwaar gevoerd. Het toekennen van een diagnose zou mensen stigmatiseren en bepaalde stigma’s kunnen sociaal gezien hinderlijk zijn.

Fancy klinkende stoornissen zoals ADHD, Asperger syndroom en HSP zijn inderdaad populair en het is ook vrij overbodig om gevoeligere mensen meteen als hoogsensitief en speelse kinderen als hyperactief te bestempelen, maar DSM is dan ook geen eindproduct. Het is een hulpmiddel om menselijk leed te verminderen, en ook de kritieken die op DSM worden geuit, maken uiteindelijk deel uit van het proces om gezondheidszorg te verbeteren. Zelfs als de nieuwe DSM-5 nog steeds niet aan alle eisen voldoet, kan het nog steeds een handig gebruiksmiddel zijn. Wat van belang is, is tenslotte niet het manuel zelf, maar de manier waarop er mee omgegaan wordt. Als mensen zich in de nodige mate bewust zijn van de manier waarop diagnoses worden gesteld en de redenen waarom classificaties handig kunnen zijn, hoeven de gekende beperkingen niet al te problematisch te zijn. 

Bronvermelding

  • American Psychiatric Association, DSM-IV, patiëntenzorg: diagnostiek en classificatie van psychische stoornissen voor de geneeskunde, Pearson Assessment and Information, Amsterdam, 1996.