Cognitie
De term cognitie is afgeleid van het Latijnse cognoscere wat ‘kennen’ of ‘te weten komen’ betekent. Het is een term uit de psychologie die zowel naar kennis, het kenvermogen als de inhoud daarvan kan verwijzen. Het is een breed begrip dat op verschillende manieren wordt gebruikt. In dit artikel zullen we ons echter richten op de neurobiologische definitie van cognitie zoals die door prof. dr. Leonard E. White van Duke University in de coursera-cursus 'Medical Neuroscience’ wordt uitgelegd, aangezien dat de definitie van cognitie is die we op deze website zullen hanteren.

Professor White definieert cognitie als:

“the neural processes by which the brain integrates meaningful stimuli and internal motivations (from brain/body states) into awareness and appropriate behavior.”

 

Volgens deze neurobiologische definitie tracht ons brein relevante stimuli te selecteren. Die stimuli kunnen extern zijn. In dat geval worden ze door speciale sensorische systemen (zoals onze ogen, onze oren, ons tast-, reuk- en smaakvermogen) uit onze omgeving gedetecteerd. Maar ons brein kan ook interne stimuli verwerken. In dat geval betreft het stimuli die voortkomen uit ons eigen lichaam/brein.

Alle binnenkomende stimuli worden vervolgens door specifieke neurale netwerken verwerkt. De informatie raakt geïntegreerd en deze geïntegreerde informatie levert een bepaalde staat op. Die staat is een subjectieve ervaring die de toestand van ons brein en lichaam op een bepaald moment weerspiegelt. Die subjectieve ervaring geeft onze emoties, stemmingen, motivaties, herinneringen, drijfveren e.d. weer.

Het resultaat van die integratie kan uiteindelijk tot een reactie leiden. Bijvoorbeeld een sensorische of een motorische output zoals het terugtrekken van onze hand of het voelen van hitte. Maar het resultaat kan ook bestaan uit wisselende patronen van neurale activiteit die kennis of emoties respresenteren. De gerepresenteerde kennis of emoties kunnen gepaard gaan met motorische reacties (zoals gezichtsexpressie). Maar ze kunnen ook zonder motorische reacties bestaan, zoals het geval is bij gedachten. Gedachten kunnen op hun beurt weer nieuwe neurale activiteit in gang zetten, wat ervoor zorgt dat onze subjectieve ervaring voortdurend verandert.

De voortdurend veranderende staat van gevoelens, gedachten, motivaties enzovoort is het niveau waarmee we onszelf identificeren, het is het niveau waarop we voelen, plannen maken en nadenken. Al deze subjectieve ervaringen worden opgewekt door een bepaalde fysische staat van ons brein. Die staat is voortdurend in verandering. Onze zintuigen vangen informatie uit onze omgeving op en geven die via ons zenuwstelsel door naar onze hersenen waar de informatie verder wordt verwerkt. Ook interne informatie wordt verwerkt. Het verwerken en doorsturen van die informatie brengt tal van biochemische wijzigingen teweeg in ons brein en het is die biochemische activiteit die wij gewaar worden en die ons in staat stelt om te voelen, na te denken enzovoort.

Dit hele proces, het vermogen om relevante stimuli te selecteren en die met interne motivatoren te integreren waardoor we ons bewust zijn van wat er binnen onszelf afspeelt, staat ons toe om gepast te reageren in compexe sociale situaties en adequaat te reageren op onze steeds veranderende omgeving. Het is dit hele proces dat door prof. White cognitie wordt genoemd.

Bronvermelding

  • Coursera-cursus: Medical Neuroscience, Leonard E. White, Ph.D., Duke University, 2013.  
  • Eric R. Kandel, James H. Schartz, Thomas M. Jessell, Principles of Neural Science, 4th edition, McGraw-Hill Companies, 2000.
  • Eric J. Nestler, Steven E. Hyman, Robert C Malenka, Molecular Neuropharmacology, A Foundation for Clinical Neuroscience, McGraw-Hill Companies, 2009.